Oorsprong “Vurige kolen op iemands hoofd stapelen”

Oorsprong “Vurige kolen op iemands hoofd stapelen”

“Vurige kolen op iemands hoofd stapelen” betekent dat je iemand die iets slechts of verkeerds heeft gedaan niet straft, maar juist heel vriendelijk voor hem of haar bent. Je kunt bijvoorbeeld zeggen dat wanneer je weet dat iemand bij een prijscompetitie heeft gewonnen door vals te spelen en je die persoon toch de hemel in prijst, je op dat moment daarmee “wat vurige kolen op zijn hoofd stapelt”. Waar komt deze uitdrukking eigenlijk vandaan?

Vurige kolen op iemands hoofd stapelen” betekent dat je iemand die iets slechts of verkeerds heeft gedaan niet straft, maar juist heel vriendelijk voor hem of haar bent. Je kunt bijvoorbeeld zeggen dat wanneer je weet dat iemand bij een prijscompetitie heeft gewonnen door vals te spelen en je die persoon toch de hemel in prijst, je op dat moment daarmee “wat vurige kolen op zijn hoofd stapelt”. Waar komt deze uitdrukking eigenlijk vandaan?

Het idee achter deze zegswijze is dat als iemand echt gloeiende kolen op zijn hoofd zou krijgen, hij of zij die natuurlijk onmiddellijk van zijn of haar hoofd zou schudden. De onverdiende lof of vriendelijkheid moet ook zo werken. Degene die ten onrechte zo vriendelijk wordt behandeld, moet zich namelijk in zo’n mate schuldig gaan voelen dat hij toegeeft dat hij fout zat, om zo een minder groot schuldgevoel te krijgen.

Het blijkt dat de uitdrukking is ontleend aan de Bijbel. In Spreuken 25 staat namelijk: "Als je vijand honger heeft, geef hem dan te eten, / als hij dorst heeft, geef hem dan te drinken. / Dan stapel je gloeiende kolen op zijn hoofd, / en de HEER zal je belonen". In de Statenvertaling uit 1637 stond ook nog eens de volgende toelichting bij deze passage: "Ghy sult hem daer toe dryven, dat hy de vyantschap, die hy tegens u heeft, haest van hem werpe; gelijck yemant die gloeyende kolen op 't hooft gelecht souden werden, de selve terstont soude afschudden. Ofte, ghy sult sijn herte vermorwen, ende gedweech maken, dat hy van sijn ongelijck overtuycht sal sijn, gelijck de Smeden het yser met gloeyende kolen vermorwen."

Vurige kolen op iemands hoofd stapelen